Ga naar de inhoud

Artikel Ir. Frans Pansier

Waarom een synode niet beslist over het behoren tot het kerkverband.

Wat is de eerste en eigenlijke taak van de oudsten in de gemeente? In het boek ‘Ambten in de apostolische kerk’ heeft J. van Bruggen daarover een heldere uitleg gegeven. Het gaat om het uitoefenen van het opzicht over de gemeente.

1 Tim. 3: 1 opent met “Betrouwbaar is het woord: als iemand opziener wil worden (…)”. De vertaling ‘betrouwbaar’ (NBG51) is hier een betere vertaling van het Griekse woord ‘pistos’ dan de vertaling “Het is een waar woord” in de NBV. Deze woordkeus verwijst namelijk naar 1 Tim. 1:15 “Deze boodschap is betrouwbaar (…)” en daar gaat het over de boodschap van onze redding door Christus Jezus.

Nog directer is Titus 1: 9 waar het uitdrukkelijk gaat over de leer: de oudsten moeten zich houden aan de juiste leer om o.a. de Joden te kunnen weerleggen.

En al helemaal expliciet is Hand. 20, waar het gaat over de taak van de oudsten om te waken tegen verdraaiing van de waarheid. Daarbij maakt Hand. 20 ook duidelijk dat er zowel naar binnen toe gewaakt moet worden, als naar buiten toe.

Kerkenraad

De oudsten waken als opzieners over het geestelijk leven van de gemeenteleden (artikel B23.2 KO 2014). Het kan dus nooit zo zijn dat de kerkenraad, de kring van oudsten, voor het blok mag komen te staan om iets of iemand toe te laten die opvattingen heeft en/of gedragingen vertoont die niet stroken met de waarheid. En ook moet de kerkenraad alert zijn op ontwikkelingen die op kortere of langere termijn aan het gehoorzamen aan de waarheid afbreuk zouden kunnen doen. De kerkenraad dient die ontwikkelingen zo veel als in zijn macht ligt tegen te gaan.

Een kerkenraad kan deze taak alleen waarmaken als ze op dit vlak onvoorwaardelijke vrijheid van handelen heeft. In die zin is een plaatselijke kerk dus onafhankelijk en zelfstandig.

Kerkverband

Tegelijk is het ongewenst om als kerken geïsoleerd te blijven. Om tenminste twee redenen:

1. Christenen moeten medechristenen opzoeken om elkaar te steunen en te stimuleren. Het kan niet zo zijn dat je aan andere christenen geen boodschap hebt. Dus is het Bijbelse plicht om elkaar op te zoeken.

2. Je hebt andere kerken ook nodig om bij de Bijbelse boodschap te blijven. Je kunt niet van een ‘losse’ kerkenraad verwachten dat hij op alle fronten deskundig genoeg is om ook op termijn te kunnen beoordelen waar het op aan komt. En bovendien: waar haal je predikers vandaan? Daarvoor moet je met andere kerken een opleiding onderhouden. En als een gemeentelid verhuist, wil je als kerkenraad toch aan kunnen geven waar het lid zich het beste kan aansluiten.

Kortom: je kunt niet zonder kerkverband.

Geestelijke eenheid

Aan zo’n kerkverband moet de kerkenraad dan wel strikte eisen stellen. Waken tegen dwaling en onchristelijk gedrag is al lastig genoeg in de eigen gemeente, je kunt het er als kerkenraad niet bij hebben dat er vanuit het kerkverband invloeden ten kwade komen.

Van het kerkverband mag en moet je dan ook verlangen dat het zich geheel en al op dezelfde geestelijke grondslag stelt en dat die grondslag ook in alle aangesloten kerken wordt gehandhaafd. Anders weet je nog steeds niet of een lid van een andere gemeente in hetzelfde kerkverband wel echt dezelfde Bijbelse leer aanhangt, en evenmin of de predikanten van andere gemeenten wel de zuivere en complete boodschap van God verkondigen.

Voldoet het kerkverband niet aan deze fundamentele eis, dan geeft het deelnemen daaraan alleen maar zowel meer werk als meer gevaar. En aan dat laatste mag een kerkenraad de gemeente niet blootstellen. Dan moet de kerkenraad besluiten afscheid te nemen van dat kerkverband. Dat vloeit rechtstreeks voort uit zijn primaire taak.

Toetsingsplicht  

Voor een christen – en dus ook voor een kerkenraad – geldt: uw ja zij ja, en uw nee nee. Dat betekent dat besluiten die door meerdere vergaderingen genomen zijn, in principe rechtskracht hebben. Of: zoals het vroeger kernachtig werd gezegd: ze moeten voor ‘vast en bondig’ gehouden worden.

Maar, ook al zijn die besluiten binnen het kerkverband rechtsgeldig genomen, betekent dat ook automatisch dat ze binnen de plaatselijke gemeente gelden? Niet zonder meer. Dat zou namelijk betekenen dat de kerkenraad letterlijk overruled wordt door het kerkverband. Dat is in strijd met de taak en positie van de kerkenraad. Daarom heeft de kerkenraad wat je zou kunnen noemen een ‘toetsingsplicht’: ten aanzien van de besluiten die genomen worden door meerdere vergaderingen moet de kerkenraad zich er altijd van vergewissen dat ze niet in strijd komen met wat God zegt. Anders mag hij die besluiten niet uitvoeren in de gemeente.

Kerkorde

Vandaar de regel uit het geldende artikel F72.4 KO 2014: “Als een kerkenraad van oordeel is dat een besluit van de generale synode in strijd is met het Woord van God of de kerkorde en hij om die reden dat besluit niet kan uitvoeren, is hij gehouden tot het instellen van revisie volgens artikel F81, met kennisgeving aan de classis.”

Hier zie je die toetsingsplicht ter bescherming van de gemeente. En ook: als je van oordeel bent dat je een besluit niet uit kunt voeren wegens strijd met Gods Woord, betekent dat ook dat een andere kerk dat besluit naar jouw oordeel evenmin mag uitvoeren. Daarom moet je kerkelijke revisie aanvragen. Om je medechristenen voor de verkeerde weg te behoeden. Dat ben je als christen aan je medechristenen verplicht.

Afweging

Wat er dus ook in een kerkverband gebeurt, aan de opzienerstaak van de kerkenraad mag nooit afbreuk gedaan worden. De kerkenraad heeft als eerste taak om de gemeente bij Gods Woord te houden. Daarom is het van het grootste belang om te behoren tot een voluit gereformeerd kerkverband. Na iedere GS zou elke kerkenraad zich dan ook moeten afvragen: is het blijven in dit kerkverband nog passend bij de taak die wij richting de gemeente hebben? Dat is een fundamentele afweging door de kerkenraad, waaraan geen afbreuk mag worden gedaan.

Bevoegdheid

Het besluit om als plaatselijke kerk te behoren tot een kerkverband, hetzij voor het eerst hetzij opnieuw, is een onopgeefbare bevoegdheid van een plaatselijke kerkenraad, in samenspraak met de gemeente. Daarom kan een meerdere vergadering nooit bepalen tot welk kerkverband een plaatselijke kerk moet gaan behoren. Daar gaat alleen de kerkenraad zelf over. Een synode heeft daarover geen zeggenschap. Deze rechtsbevoegdheid van de kerkenraad is niet overdraagbaar en ís ook niet in de KO overgedragen. De kerkenraad is bij uitsluiting bevoegd en ook gehouden tot bescherming van de gemeente die haar door Christus onder Zijn leiding is toevertrouwd.

Paradox

Intussen is het frappant dat, terwijl in de nieuwe kerkorde van de NGK veel meer aan de plaatselijke vrijheid wordt overgelaten dan tot dusver in de GKv, zelfs zodanig dat de geestelijke eenheid in het kerkverband wordt aangetast, de synode anderzijds uitgerekend de eigen basisbevoegdheid van de plaatselijke kerkenraden om al dan niet deel uit te maken van het kerkverband naar zich toe probeert te trekken. Hier blijft toch de gereformeerde kerkelijke basisregel gelden dat een synode niet mag doen wat des kerkenraads is.