Ga naar de inhoud

Recensie ds. W.J. Westland

Recensie van ds. W.J. Westland in De Waarheidsvriend, 26 oktober 2023 (jrg. 2023, nr. 43)

Onder de krachtige titel Het Woord in geding verscheen een bundel waarin gereageerd wordt op het commissierapport Elkaar van harte dienen. Dit rapport is in 2020 aanvaard op de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv). In de laatste jaren voor de kerkfusie tot de nieuwe Nederlandse Gereformeerde Kerken hebben er veel ontwikkelingen en verschuivingen plaatsgevonden die zijn weerslag hebben in het genoemde rapport. De verschillende auteurs laten zien hoe daarbij steeds de Bijbel in het geding is.
De bundel bestaat uit drie delen. Allereerst gaat het over de omgang met de Schrift. De thematiek van vrouw en ambt speelt hierin een prominente rol. In het eerste hoofdstuk wordt de bespreking van sleutelpassages uit de Bijbel besproken, zoals die een plaats hebben in het commissierapport. Aan de hand daarvan wordt getoond welke wijziging in Schriftopvatting er is opgetreden. Van buiten de GKv geven dr. H. van den Belt en dr. G. A. van den Brink een bespreking over de hermeneutiek waardoor duidelijk wordt dat de lezer en de concrete situatie bepalend worden voor het verstaan van de Schrift. In deel twee gaat het om Schrift en belijdenis. Aan de hand van de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt inzichtelijk hoe een notie als de eenheid van de Schrift functioneert in het rapport. Deel 3 handelt over Schrift en kerkorde. Onderwerpen als viering van het avondmaal, huwelijksbevestiging en liturgische formulieren laten zien dat er bij het tot stand komen van de nieuwe kerkorde keuzes worden gemaakt op grond van een veranderde visie op de Schrift. De bundel eindigt met een bijdrage onder de retorische vraag: Ben ik mijn broeders hoeder? Daarin wordt duidelijk gemaakt dat de diversiteit gefaciliteerd wordt en de ander in de gemeente nauwelijks meer aanspreekbaar is op zijn of haar gedrag.

Het lezen van Het Woord in geding maakt bescheiden. Enerzijds omdat je tussen de regels door de breuklijnen voelt rondom een naderende kerkfusie. Hoewel de situatie op veel punten niet vergelijkbaar is, laat de wond van 2004 zich zomaar voelen. Wat is 1 mei in dat opzicht toch ook een pijnlijke datum. Het maakt eveneens bescheiden omdat de ontwikkelingen die besproken worden volop herkenbaar zijn. Het denken in onze cultuur, een verstaan van de Schrift waarbij de mens steeds meer centraal komt te staan, dringt zich aan ons op. Treffend is het Intermezzo met daarin een interview met prof. dr. F. van der Pol. Hij zegt: “Alleen aan Gods eigen Woord kun je je zonder reserve overgeven. Van huis uit doen wij allemaal aan zelfoverschatting. Dat zit in elk mens ingebakken. Daarom kun je je nooit helemaal aan mensen uitleveren, of aan een cultuur. Maar aan God kun je je onbeperkt uitleveren, want Hij is volmaakt. Als die betrouwbaarheid op het spel wordt gezet, is alle betrouwbaarheid in het leven weg” (pag. 89).

In de bundel proef je voortdurend de urgentie van het thema. Het Woord is in geding. Dr. G. A. van den Brink zet het op scherp. Wanneer hij heeft laten zien dat in het rapport de exegese steeds weer leidt tot andere verklaringen en dat de betekenis niet zomaar kan worden bepaald en vastgelegd, dan maakt hij in zijn evaluatie onder meer duidelijk dat we op deze manier niet ons voordeel kunnen doen met wat vroegere gelovigen in de Schriften hebben ontdekt, dat het op die manier niet mogelijk is om de zaligmakende leer in belijdenisgeschriften vast te leggen en dat onzekerheid en aarzeling over Gods belofte te rechtvaardigen is.

Wanneer je als buitenstaander de bundel leest, dan kunnen de vele verwijzingen naar rapporten en beschrijvingen van ontwikkelingen zorgen voor een gevoel van afstand. Voor kerkenraden, studenten theologie en geïnteresseerde gemeenteleden is het boek toch wel echt een aanrader. Het geeft een duidelijke richting in het gesprek over man, vrouw en ambt. In het boek wordt helder gemaakt wat nodig is voor een verantwoorde Schriftuitleg, waar de Schrift zijn gezag aan ontleend en waar vandaag de klippen liggen. Dat kan gaan over hypothetische vooronderstellingen die bepalend worden voor de Schriftuitleg, Schriftgedeelten die eenzijdig worden uitgelegd of passages waarbij de uitleg sterk gekleurd wordt door de huidige situatie. Daarbij is het goed om de lijnen die ons vanuit de reformatie worden aangereikt in het vizier te krijgen en te zien hoe heilzaam dat is voor ons vandaag.

Ds. W.J. Westland, Katwijk aan Zee

Pieter Pel en Henk Room (red.), Het Woord in geding. Kerngroep bezinning GKv; 184 blz.; € 20.