Ga naar de inhoud

Reflectie Dick Slump

Reactie van mr. Dick Slump n.a.v. het referaat van prof. dr. H.J. Selderhuis

1. Ook ik wil prof. Selderhuis graag bedanken voor zijn referaat. Het is mooi om te horen hoe u in de kerkelijke actualiteit van vandaag opkomt voor het goed recht van een gereformeerde kerkorde. Gereformeerd, omdat het uitgangspunt wordt gevonden in de Schrift en in de binding aan de gereformeerde belijdenis. U onderstreept terecht de verantwoordelijkheid van de plaatselijke kerken met hun ambtsdragers voor de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de dienst aan de Heer van de Kerk. Niet independentistisch,  maar met de roeping elkaar als gereformeerde kerken in woord en daad te helpen om gehoorzaam te blijven aan het Woord van de Heer en daarmee aan Christus zelf. Daar is het kerkverband voor,  met een kerkorde waarin we elkaar alleen in wezenlijke zaken binden en waar  we beloven in te stemmen met besluiten die door de kerken gezamenlijk (bij meerderheid) worden genomen.

2. Ik wil in mijn bijdrage aansluiten bij het slot van de bijdrage van Pieter Pel. Daarin legt hij de stelling neer: Als in een veilig kerkverband een beroep van de Generale Synode op Gods Woord voor individuele kerken niet meer de doorslag geeft, is er voor die kerken geen blijvende plaats meer.  
Wat ik graag wil weten van prof. Selderhuis: Voorziet het gereformeerde kerkrecht in de mogelijkheid voor het kerkverband om de band met zo’n ‘eigenwijze’ kerk daadwerkelijk te verbreken. Ik ben wat in verwarring geraakt door de discussie daarover binnen de CGK n.a.v. besluiten van verschillende classes over plaatselijke kerken die zich openlijk met woord én daad hebben verzet tegen de besluiten van de Generale Synode over MVEA.

3. Het is niet mijn bedoeling om mij in die discussie te mengen. Ik stel die vraag in de actuele kerkelijke situatie waarin wij ons als gereformeerde kerken bevinden en ook uitdrukkelijk in de context van deze studiedag. De Kerngroep is er, evenals de drie GKv-kerken die niet zijn meegegaan met de fusie, niet op uit een nieuw permanent kerkverband op te richten naast bv. de GKN, de DGK, de CGK en de HHK. Wij voelen ons verbonden met deze kerkverbanden omdat zij trouw willen blijven aan de Schrift en de gereformeerde belijdenis. De droom van een echte gereformeerde oecumene, wellicht in de vorm van een kerkelijke herverkaveling die u eens hebt gesuggereerd, drijft ons dus ook uitdrukkelijk samen met anderen naar de CGK, nota bene onze zusterkerk in de GKv.

4.  Mijn vraag ziet op de situatie dat een generale synode een besluit neemt waarin zij duidelijk en gemotiveerd uitspreekt wat de Schrift ons leert in een concrete zaak die aan haar is voorgelegd. Omdat het Woord niet tot één plaatselijke kerk is gekomen maar alle kerken gezamenlijk van dat Woord moeten leven, is het in het gereformeerde kerkrecht uiteindelijk de taak van de kerken gezamenlijk om te ontdekken en vast te leggen welke boodschap het Woord heeft in een concrete situatie. De bij het kerkverband aangesloten plaatselijke kerken hebben beloofd een dergelijk besluit als bindend te aanvaarden.
Wat nu als een plaatselijke kerk – ook nadat de GS zich opnieuw heeft gebogen over deze zaak n.a.v. een revisieverzoek – zich toch niet wil neerleggen bij het besluit en bewust in strijd daarmee handelt? M.a.w. als zij haar eigen – door de vergadering van de gezamenlijke kerken afgewezen – uitleg van de Schrift als norm hanteert. Is er dan nog plaats voor haar in het kerkverband?   

5. Voordat er bij mij verwarring ontstond over het antwoord op die vraag, leefde ik in de veronderstelling dat het antwoord eenvoudig was. Als die kerk, na gesprekken en vermaan door de classis, volhardt dan plaatst zij zich feitelijk buiten het kerkverband. En dat betekent concreet dat de kerkenraden die verantwoordelijk zijn voor dit besluit “het niet vreemd moeten vinden als het kerkverband deze houding (nl. het zichzelf feitelijk buiten het kerkverband plaatsen) gaat bevestigen en de geloofsbrieven vanuit deze kerkenraden niet langer aanvaardt”. Prof. Selderhuis zal dit antwoord ongetwijfeld herkennen, want ik geef hier weer wat het ND in 2019 heeft opgetekend uit uw mond na een lezing voor 150 christelijk-gereformeerde ambtsdragers. Ik hoop dat u er in essentie nog zo over denkt.

6. Ik ben echter in verwarring geraakt toen ik op de website van de CGK het rapport las van Deputaten kerkorde en kerkrecht over “bevoegdheden van meerdere vergaderingen t.a.v. kerken die afwijken van kerkordelijke besluiten” (december 2020). Daarin staat vermeld dat de classis o.m. een rol heeft bij het toezien op de zuiverheid van de leer en bij het niet nakomen van uitspraken van de GS over de leer en in het uiterste geval kan overgaan tot tuchtrechtelijke maatregelen. Feitelijk, lezen we, heeft de CGK maar twee keer een ‘leeruitspraak’ gedaan (nl. over het duizendjarig rijk en over de veronderstelde wedergeboorte). Maar er zijn ook andere GS-besluiten aangaande de uitleg van de Schrift, die ook bindend zijn, maar die “staan kerkrechtelijk op een lager niveau dan de officiële leeruitspraken”, aldus het rapport. Indien kerken van die besluiten afwijken heeft de classis echter maar twee instrumenten: (1) in gesprek gaan met de kerkenraden, en (2) bij volharding kunnen de visitatoren namens de classis overgaan tot vermaan. En dan vervolgt het rapport kort met: “Verdere stappen zijn niet mogelijk”. 

7. Als ik ervan uitga dat de genomen en nog te nemen besluiten van de GS over de kwestie van Man/Vrouw-en-ambt (MVEA), behoren tot die tweede categorie bindende besluiten aangaande de uitleg van de Schrift, dan is mijn vraag wat dit concreet betekent?  
Betekent dit – om het wat scherp te formuleren – dat alle goede woorden over de principiële achtergrond van een kerkorde die de kerken samenbindt en verplicht elkaar bij Christus te houden, in de praktijk niet gehandhaafd kan worden? Meer concreet: Betekent dit dat de plaatselijke kerken die willens en wetens in strijd handelen met de eigen kerkorde en/of met besluiten die zijn gebaseerd op de Schrift, uiteindelijk gedoogd moeten worden in het kerkverband?
En betekent dat dan, vanuit onze kant bezien, dat kerken en kerkleden die zich zouden willen aansluiten bij de CGK van de regen in de drup komen?
Ik hoop van harte dat uw reactie de verontrusting hierover bij ons kan wegnemen.