Ga naar de inhoud

De bakens verzetten of het tij keren?

In de gebeurtenissen in Vroomshoop waarvan het ND (17 juni 2023) verslag doet, tekent zich schrijnend af wat zich in maar liefst 3 GKv-gemeenten heeft voltrokken of bezig is te voltrekken, namelijk individuele onttrekkingen van kerkleden (met alle pijn en verdriet aan weerszijden) om zich te voegen bij het fusiekerkverband van de nieuwe NGK.

Leden van de GKv-gemeente te Vroomshoop laten weten het pijnlijk te vinden dat hun kerkenraad ervoor gekozen heeft om zich niet bij het nieuwe kerkverband aan te sluiten. Op zich is dat is het recht van een plaatselijke kerk. Dat behoort bij de gereformeerde kerkstructuur. Bij de vorming van de PKN in 2004 konden de plaatselijke kerken van de GKN (synodaal) dan ook vrijwilligkiezen voor aansluiting bij de fusiekerk. Een aantal plaatselijke kerken deden dat toen niet: ze vormen de huidige VGKN.

Maar hoe dit verder ook zij, in Vroomshoop zijn er nu kerkleden, die overwegen om zich af te scheiden van hun GKv-gemeente. Een bijkomende moeite voor hen is, dat ze geen gelegenheid hebben om zich bij een al bestaande NGK-gemeente ter plaatse aan te sluiten. In Vroomshoop is geen (oud) NGK-gemeente!

Dàt nu in de GKv-gemeente te Vroomshoop de vorming van het nieuwe kerkverband tot grote onenigheid leidt is daarom opvallend. Het laat namelijk zien dat de aanwezige problematiek duidelijk een binnenkerkelijke GKv-aangelegenheid is. Daarover is wel het een en ander bekend.

Recent heeft ds. Tiemen Dijkema in het boek Niet zonder elkaar (p. 97-104) daarover een artikel geschreven. Ik kan lang niet alles weergeven. Zo bijvoorbeeld niet wat hij zegt over ‘het beginsel van waardering’ in het herkennen van medechristenen en over ‘het afscheidingsbeginsel’, dat hij terugvoert op de Reformatie van de 16e eeuw. Maar wel kun je aan de hand van wat hij schrijft, zeggen, dat de kerkscheuring die zich in Vroomshoop nu dreigt te voltrekken, te wijten is aan wat Dijkema noemt het verschil tussen de ‘hardwarevisie’, die veelal gevonden wordt bij de oudere generatie en de ‘softwaregedachte’ over de kerk, die veelal door de jongeren wordt voorgestaan.

De ‘hardwarevisie’ wordt in dit geval dan gevolgd door de GKv-kerkenraad in Vroomshoop. Hoewel het getij in de kerken verandert, wil deze raad de bakens niet verzetten. De raad wil juist het tij keren door tegen de nieuwe fusiekerkorde van 2023 in eraan vast te houden, dat van de kerk als kerk van Woord en Sacramenten ook vandaag een loyale binding aan de belijdenis van de kerk wordt gevraagd. Met als gevolg een botsing met degenen die de ‘softwaregedachte’ over de kerk huldigen, d.w.z. de kerk beschouwen als de kerk van geloof, hoop en liefde & actief in het doen van (onvolmaakte) gerechtigheid op aarde: de kerk die volgens Dijkema de toekomst heeft.

Deze botsing van beide kerkvisies heeft al tot veel onderlinge vervreemding geleid binnen de plaatselijke GKv-kerken. Het heeft in de afgelopen jaren tot nogal wat onttrekkingen geleid onder hen die (in dit jargon) de zgn. ‘hardwarevisie’ huldigen. Ze voelden zich, ondanks hun pijn, niet gehoord door de synoden. Want in het gebruikte beeld van ‘hardware- en software’-visie over de kerk is de ontstane botsing binnen de kerken toe te schrijven aan een kerkenraad met een ‘hardwarevisie’ op de kerk, maar net zo goed aan de synoden. De synoden hebben namelijk de ‘softwaregedachte’ over de kerk ten koste van de ‘hardwarevisie’ over de kerk in haar besluitvorming, ondanks door plaatselijke kerken ingebrachte bezwaren, doorgezet. Dijkema laat weten, dat hij zich goed kan vinden in de ‘softwaregedachte’ en het tij keren acht hij “energieverspilling”. Hij vermeldt dat zijn artikel een herziene versie is van een bijlage bij het rapport van Deputaten Kerkelijk Eenheid aan de GS Meppel 2017.

Het probleem van de tekening die ds. Dijkema geeft is voor mij, dat het inhoudelijk aan de oppervlakte blijft en intussen wel splijtend werkt. In zijn analyse krijg je namelijk twee kampen met elk een eigen eenzijdigheid. Waarbij de ene eenzijdigheid meer toekomst heeft dan de andere. Maar klopt deze analyse? Zijn de voorstanders van de ‘hardwarevisie’ wel voldoende getypeerd als degenen die letten op ‘’belijdenis, kerkelijke besluiten, kerkelijke grenzen’’? Zouden zij geen kerk voorstaan van geloof, hoop en liefde & van actief in goede werken? Ook vraag ik me af of voldoende in rekening is gebracht, dat voor elk van de beide ‘kampen’ de positie van Christus Jezus bepalend is. Bij het ene ‘kamp’ heeft het woord ‘belijdenis’ en bij het andere ‘kamp’ het woord ‘geloof’ betrekking op Christus Jezus als onze Middelaar tussen God en mensen.

Misschien mag ik daarom – uitgedaagd door Dijkema’s artikel – een oplossing aan de hand doen, die onder Gods zegen wellicht eraan kan bijdragen dat de genoemde onderlinge botsing van beide kampen binnen plaatselijke gemeenten plaats maakt voor vrede en zelfs kan leiden tot herstel van reeds geschonden verhoudingen. Namelijk als we kerkbreed allemaal beseffen dat in de computerwereld men zich niet kan voorstellen dat je alleen met de software verder gaat, los van de hardware. ‘Hardware’ en ‘software’ zijn op elkaar aangewezen. Ze kunnen niet zonder elkaar functioneren.

En precies zo is het theologisch niet voor te stellen dat de kerk van geloof, hoop en liefde, zoals die in de ‘softwaregedachte’ wordt voorgestaan, ècht toekomst zal hebben als afstand genomen wordt van de kerk van Woord en sacramenten, zoals die in ‘hardwarevisie’ wordt voorgestaan. Woord en sacramenten zijn namelijk de voedingsbron van waaruit geloof, hoop en liefde opkomen. En daarbij zal – en dat is het inhoudelijk punt waarvoor ik in dit artikel de aandacht vraag – bedacht moeten worden, dat we de volgorde ‘Woord en geloof’ volgens de Heilige Schrift niet kunnen omkeren. Het geloof is uit het horen van het Woord van God. (Rom. 10,17).Woord en sacramenten gaan aan geloof, hoop en liefde vooraf. En daarom dient de zuivere bediening van Woord en sacramenten (en het daarmee samenhangende kerkelijk toezicht) in prediking en onderwijs gewaarborgd te zijn. Het vormt de kern van de publieke kant van de kerk die onderhouden behoort te worden!

Herman Tjeenk Willink, die bekend staat als de ‘onderkoning’ van ons land, draagt deze boodschap vandaag uit op het terrein van de staat en de samenleving: de staat dient borg te staan voor het bieden van rechtsbescherming voor de zwakkeren! Als een roepende in de woestijn waarschuwt hij de overheid om haar taak te verstaan en in onze individualistische tijd niet langer haar kracht te zoeken in geld en management. Denk aan zijn boeken als ‘Het tij keren’! Hij maakt zich sterk voor de res publica: de publieke zaak van de staat. Hij acht de aanhoudende verzwakking van de rechtsstaat een gevaar voor ons land. Nu dat geldt volgens mij ook voor de toestand van de kerk in ons land. De oproep om de publieke kant van de kerk te onderhouden is volgens mij vandaag meer dan broodnodig. De huidige opmars van de individualistische belevingscultuur (vergezeld met management-praktijken) in de kerk gaat ten koste van de rechtsbescherming van de zwakkeren (allereerst de hoorders, maar ook de ambtsdragers die opkomen voor de Schriftuurlijke rechtsorde) in de kerk. En daarmee is (zijn) de kerk(en) van de Reformatie in ons land echt in gevaar! Want de beide genoemde kerkvisies die onder ons leven, leven veel breder, en de ‘oplossing’ die gekozen wordt, raakt de hele gereformeerde gezindte.